In het afgelopen anderhalf jaar is er veel veranderd wat betreft het kaartenbeleid bij strafschoppen. Lees hier onze verduidelijking van de spelregelwijzigingen.
De spelregel wijzigingen uit de meest recente verzie van de Spelregels Veldvoetbal zijn als volgt:
[box type=”shadow” align=”” class=”” width=””]Als een speler een overtreding begaat ten opzichte van een tegenstander binnen zijn eigen strafschopgebied en daarmee de tegenstander een duidelijke scoringskans ontneemt en de scheidsrechter dit bestraft met een strafschop, dan ontvangt de overtredende speler een waarschuwing als de overtreding gebeurde in een poging om de bal te spelen; in alle andere gevallen (bijvoorbeeld vasthouden, trekken, duwen, geen mogelijkheid om de bal te spelen etc.) moet de overtredende speler van het speelveld worden gezonden.
Er zijn verschillende omstandigheden waarbij een speler een waarschuwing moet ontvangen wegens onsportief gedrag, zoals wanneer een speler:
- probeert de scheidsrechter te misleiden, bijv: door een blessure voor te wenden of te doen alsof er een overtreding op hem is gemaakt (“schwalbe”)
- tijdens het spel met de doelverdediger van plaats wisselt of zonder toestemming van de scheidsrechter;
- op onbesuisde wijze een overtreding begaat, die met een directe vrije schop moet worden bestraft;
- hands maakt en daarmee een veelbelovende aanval beïnvloedt of onderbreekt;
- een overtreding begaat om een veelbelovende aanval te verhinderen of te onderbreken, behalve als de scheidsrechter een strafschop toekent voor een overtreding waarbij geprobeerd werd de bal te spelen.[/box]
De scheidsrechter moet dus bij een strafschop eerst bepalen of sprake is van een gewone aanval, een veelbelovende aanval of een duidelijke scoringskans. Daarna maakt hij de afweging of de verdediger probeerde de bal te spelen, of dat hij vasthield, duwde, hands maakte of een andere overtreding maakte zonder mogelijkheid de bal te spelen.
Bij een strafschop zijn er dus vijf situaties mogelijk:
- Duidelijke scoringskans + vasthouden / hands / duwen = rode kaart.
- Duidelijke scoringskans + poging bal te spelen = gele kaart.
- Veelbelovende aanval + vasthouden / hands / duwen = gele kaart.
- Veelbelovende aanval + poging bal te spelen = geen kaart.
- Normale aanval (dus geen veelbelovende aanval of scoringskans) = geen kaart.
Tenslotte moet de scheidsrechter zich afvragen of de overtreding waarmee de strafschop werd veroorzaakt onvoorzichtig, onbesuisd of buitensporig was. Voor onbesuisde overtredingen dient nog altijd minstens een gele kaart te worden getoond, terwijl buitensporige overtredingen altijd bestraft moeten worden met een rode kaart. Indien bijvoorbeeld uit het bovenstaande schema volgt dat een overtreding niet bestraft hoeft te worden met een gele kaart, maar de overtreding was onbesuisd, dan zal de overtreding alsnog met een gele kaart moeten worden bestraft.
Gepubliceerd op de website van de Scheidsrechtersvereniging Apeldoorn en omstreken:
www.sao-apeldoorn.nl